Zo roei ik hotsend en klotsend door Stockholm ( zie de laatste bellnote juni 2018 ), zo zit ik drie weken later, helemaal “zen”, te roeien op de Donau in Hongarije. Zo kan het dus verkeren in de wereld van het toerroeien.
De eerste week bestond de groep Donauroeiers editie 2018 uit: Jan, Heleen, Andries, Jacomine, Claudia, Aart, Amaranta, Maria, Eileen ( idd de vrouw van Ullie), René ( vrolijke neef van Jacomine) en natuurlijk onze grote roerganger Jaap geholpen door Wieke. De tweede week werd één boot achtergelaten in Mohacs, bleven Aart en Amaranta in de boot zitten, voegden Rutger-Jan, Nico en Dick zich bij hen en werd Wieke vervangen door Pim. De tocht startte dit jaar in Szentendre, zo´n 20 km boven Budapest en eindigde na twee weken en 500 km roeien, in Beograd vlakbij Belgrado.
Hoewel de gemiddelde leeftijd van de Donauroeiers toch wel een paar jaartjes boven de 50 ligt zaten we, helemaal van deze tijd, in een “ bubbel”, een Donaububbel. Het was zo´n bubbel waarin alles klopt. De Donau was rustig, breed, amper scheepvaart en fijne strandjes om aan te leggen voor de lunch. Het weer was heerlijk, zonnig, niet te koud en niet te warm. Het roeien was bij vlagen hypnotiserend als de bladen in alle stilte in één beweging door het water gingen, althans zo voelde het. De groep was supergezellig en vrolijk. Er waren enorme gebakken vissen die halverwege gelukkig gewoon naar het bord van de buurman zwommen. Er was (veel) wijn, elke nacht weer een lekker bed in een hotelletje of een ietwat weird B&B.
Kortom de Donau week was voor mij eigenlijk gewoon vakantie, een bijzonder aangename en relaxte roeiweek. Met als voorafje twee dagen, samen met Claudia, Boedapest verkennen. Een kennismaking met een stad die ik zeker nog eens terug wil zien.
Omdat iedereen de tocht op zijn of haar eigen wijze heeft ervaren volgen hieronder nog wat persoonlijke indrukken/ervaringen van de andere deelnemers.
Om te beginnen mijn gezellige kamergenoot voor één week: Claudia.
Claudia Kooke
Ergens aan het eind van 2017 kreeg ik van Jan Hoogendoorn de vraag of ik nog interesse had in een Donau tocht. En ja, natuurlijk had ik die. Op 9 januari was er een info-avond bij Jan en Heleen thuis met een hoop geïnteresseerden. Uiteindelijk werden data vast gelegd waarop deze tocht(en) geroeid konden worden. Het eerste deel van Szentendre naar Mohacs (220km) van 24 t/m 30 juni gaat geroeid worden (Maria heeft al verteld door wie )
Op 4 april zitten Maria en ik gezellig achter de pc om onze reis naar Boedapest te plannen. Omdat we al de 22e juni willen gaan moest er ook een leuk onderkomen gevonden worden voor 2 nachten. Dat werd een fantastisch appartementje in de Joodse wijk. Dus 22 juni sta ik ergens rond 6 uur bij Maria voor de deur om af te reizen naar vliegveld Eindhoven. Eenmaal in Boedapest op zoek naar het appartement. Onderweg hadden we al bedacht dat we die middag in ieder geval naar één van de beroemde prachtige badhuizen zouden gaan om lekker te badderen. Zaterdag hebben we de rest van de stad bekeken. En op zondag moesten we ons melden bij het Gerlosczy hotel waar we opgehaald zijn door het busje om richting beginpunt van de roeitocht te gaan. De heren van de roeivereniging uit Boedapest stonden ons al op te wachten met de gehuurde boten. En dan begint het spel van boten afladen en opriggeren.
Van een proeftochtje is het niet meer gekomen, helaas bleek achteraf. Want de boten moesten toch nog beter afgesteld worden. Na het klaarmaken van de boten zijn we naar het Hotel gegaan , een kleine wandeling in Szentendre gemaakt en gegeten aan de boulevard. Niet al te laat naar bed, want de volgende ochtend moesten we op tijd weg om voor de drukte door Boedapest te kunnen roeien.
Maandag 25 juni. Na acrobatische toeren via een modderige oever een heeeeeel klein vlotje konden we in de boten komen en met wat kunst en vliegwerk het haventje verlaten om de tocht te beginnen. Ik begon met sturen de zijrivier van de Donau. Jan nam het van me over bij het punt waar we echt de Donau op gingen en leiden ons door het prachtige Boedapest Na de laatste brug moesten we stuurboord uit waar we de boten zouden leggen voor de nacht. Na de lunch zijn we in etappes terug gebracht naar het hotel. Maria en ik kregen een allerliefst zolderkamertje toegewezen.
De volgende ochtend werden wij weer in etappes naar de boten gebracht. De heren techneuten eerst, want er moest toch echt nog e.e.a. aan de boten versteld worden. Overlap van de riemen was veel te groot. Wat een verademing. Mijn slag (en vermoedelijk die van de anderen ook) was ineens een stukje langer en kon nu echt lekker roeien. Hierna volgde 5 fantastische dagen met heerlijk roei weer, mooie strandjes om onze lunchpakketjes op te verorberen, grappige hotelletjes voor de nacht en heerlijke restaurantjes met hele grote vissen die (gelukkig) niet allemaal naar het bord van de buurman zwommen.
Jacomine wil het graag even hebben over de B&B en de visjes natuurlijk.
Jacomine van den Berg
Het ietwat weird B&B wil ik graag illustreren.
In B&B Rosmarinho in Dünafoldvar sliepen we in de kamer waar tijdens de
2e W.O. een Hongaarse operazanger woonde.
De kamer was een uitstalling ter ere van deze man. Ik was bang dat hij onder het bed zou liggen, zijn kleren waren er nog!
Kijk maar naar de foto.
Die vissen die van borden wisselden die avond; het was me wat!
Op mijn bordje kwam een verdwaalde vis, die ergens anders hoorde!
We hadden samen veel plezier, 's avonds wonnen de meisjes van de jongens met een heus robbertje bridge ( dat was heel lang geleden).
Aart en Amaranta kunnen geen genoeg krijgen van de Donau en hebben als enigen van de groep twee weken geroeid. Hun verslag over de bijzondere grenspassage Hongarije – Servië is als apart artikel in deze bell-note opgenomen. Hieronder een kort verslagje van Aart over vertrek en aankomst.
Aart Oosthoek
Op vliegveld Eindhoven zien Amaranta en ik een bekend hoedje en blauwe trui van Roeireizen. Jaap reist met Wieke. Hij heeft veel bagage, zegt hij. In Budapest zien we wat dat is: een enorme tas waar je wel een mens in kwijt kan en nog wat grote tassen. Hij heeft allerlei veiligheidsbenodigdheden mee: spatzeilen voor over de riggers, reddingvesten, zitkussens voor de sturen, gereedschap en vervangingsonderdelen. Hij neemt een taxi van Budapest AirPort naar hotel Gerlosczy en biedt ons aan mee te rijden. Blijkt te veel om met 4 in de taxi te gaan dus Amaranta en ik in de bus. De bus gaat toch naar ander busstation dan ik dacht. Op busstation overstappen. Daarna een wandelingetje door het centrum van Budapest. We komen bij het hotel, waar nog steeds hetzelfde personeel werkt als vorig jaar.
Dat Andries een goed observator is blijkt wel uit zijn bijdrage. Het is een voorrecht om 5 dagen met Andries in de boot te zitten.
Andries van den Berg
Niet alleen in de lucht treffen we levende wezens aan. Ook in het water wordt er geleefd. Gelukkig hield Dick het hoofd koel. Brrrr.
Dick van der Vecht
Na een hectische dag om de grens naar Servië te passeren verliep de roeidag van Apatin naar Bogojevo rustig. Onderweg lekker even gepauzeerd op een strandje, gezwommen en geslapen. Bij het aanleggen van de boot sta ik tot de knieën in de Donau. Er kronkelt een stuk 'touw' om mijn been, ik trap het 'touw' los. Het blijkt een ruim 1 meter lange ringslang. Verder zagen we onderweg o.a. het woudaapje, de ijsvogel, de visarend, de lepelaar, de zilverreiger en vele andere vogels, én hoorden we de wielewaal zijn "duudeljoo" zingen.
Ook Jan en Heleen zijn de grens met Servië gepasseerd. Niet in de boot maar op de fiets.
Heleen Janszen
Als ons Donau roeitraject op zaterdagmiddag 30 juni is beëindigd, stappen we daags daarna op de (per auto meegekomen) fiets, om de ooibossen van de landzijde te bekijken. Dit gebied is behalve een vorstelijk natuurgebied, ook het einde van de Schengen-zone. Daar vinden we geen 500 meter onbewaakt terrein. Veel politie en militairen in wachthuisjes, waarvandaan onze komst naar de volgende post werd doorgebeld. Geen mens passeert hier ongezien. Een soort menselijk hek van Europa.
De roeiploeg had dit jaar zelfs een internationaal tintje. Hoewel, Eileen is natuurlijk toch ook wel een beetje van “ons”. Zie hierna het beeld van de oosterbuur op “onze “ Hollandse aanpak en tja, dat gummetje….
Eileen van Schaik
Als Mitglied van de Ruder-Club Rastatt 1898 e.V. ben ik benieuwd, hoe de Hollanders zo’n tochtje organiseren. Het begint goed. Volgens de paklijst van Jaap Maks van Roeireizen.nl heb ik in Hongarije een verrekijker en een vogelboek nodig. Ik overweeg ‘Dorrestijns Vogelgids’. Dorrestijn is altijd goed voor een treffende vogelbeschrijving: ‘een vrouw en een duif zijn de pest voor een fuif’. Het plan sneuvelt in een vroeg stadium: Kan ik me dat wel permitteren als vreemde eend in de bijt? En, misschien zijn het allemaal serieuze lui. Wel besluit ik deze noviteit bij Corina, de ambitieuze ‘Wanderfahrtleiterin’ van onze roeiclub te melden. Ze is in haar nopjes: “Goed idee”. En warempel, bij de eerste Wanderfahrt na terugkomst, door de Au-Wälder (ooibossen) langs de Rijn naar Speyer, is er een verrekijker aan boord!
Één week voor vertrek - alles is geboekt en betaald- krijg ik wederom een bericht van onze reisleider: “Plan A is volledig mislukt, er zijn geen boten”. Maar niet getreurd, er schijnt nog een plan B en zelfs een plan C te zijn. Ik begin te vermoeden, dat de verschillen in organisatie niet beperkt blijven tot verrekijker en vogelboek.
Zonder te weten of plan B dan wel plan C gewerkt heeft, vertrek ik vol goede moed naar Budapest. Van daaruit gaan we met zijn allen per bus naar Szentendre, het startpunt van onze Roeireis. We zijn het busje nauwelijks uit, of twee joviale Hongaren, Gabor en Georg, stuiven op ons af. Hun verwelkoming is hartverwarmend. En ja hoor, op de aanhanger, die ze bij zich hebben, liggen twee boten naar ons te lonken. De mannen willen wel even helpen sjouwen. Er worden snel vier bokjes neergezet en de boten belanden ondersteboven op de bokjes. Ik zie nog net uit mijn ooghoeken, dat de twee een flinke stapel bankbiljetten incasseren, en hup die vogels zijn gevlogen.
Onze boten heten de Germania en de Freya. We rukken uit, om de boten met de meegebrachte waren uit te rusten. De gereedschapskist van Jaap doet goede zaken en de bemanning blijkt, gelukkig en onverwacht, zeer vindingrijk. Met behulp van tiewraps, ducktape, steentjes en plastic zakken worden de boten volledig zeewaardig gemaakt. Hoosblikken worden geimproviseerd. Het ontbreken van peddelhaken en vlag nemen we voor lief. Al bezig zijnde bedenk ik mij, dat elke goed geoutilleerde roeivereniging, wel een paar van dergelijke boten ergens heeft liggen. Verkopen lukt niet en ‘verschrotten’ zou zonde zijn. Maar wacht eens even, hoeveel kilometer is het eigenlijk van Oostenrijk naar Szentendre? Toch handige jongens die Hongaren, vindingrijk en vooral heeeel hoffelijk……………..
Na een dag roeien wordt een ploegwissel voorgesteld. Daar voelt ploeg Germania niet zoveel voor. Een ter zake deskundige beweert, dat als je een gummetje van iemand leent, je het gummetje al na één dag als je bezit beschouwt. Dit argument blijkt overtuigend. Er vindt geen wissel plaats.
Na drie dagen roeien doen we een test: de ploegen wisselen van boot. Welke boot mag mee naar Belgrado? Volgens ploeg Freya is de Freya de betere boot: soepeler en véél lichter. Denkend aan het gummetje spreek ik de verwachting uit, dat ploeg Germania wel het omgekeerde zal beweren. En ja hoor, het besluit is snel genomen. De Germania gaat - zonder vlag - door naar Belgrado.
Als dat maar goed afloopt, denk ik …………………
Rutger Jan mag dan een oudere en wijze roeier zijn, het weerhoudt hem er niet van om ruim 280 km in één week te roeien, om flinke hoeveelheden vlees te verorberen, om (vreemde)vogels te spotten en om ook nog oog voor de historie en de cultuur van het gastland te hebben. Zo willen we allemaal wel ouder en wijs worden toch?
Rutger Jan van Woerden
Het deel van de Donau tussen Mohacs en Belgrado was passend voor de wat oudere en wijze roeier. Een zeer brede traag stromende rivier begrensd door bossages van met name Wilgen, zandstranden, begroeide eilanden en verstilde kleine plaatsen. Een enkele duwbak bewoog zich gestaag tegen de stroom in. Voor het overige liet de Donau zich niet van de wijs brengen door een paar roeiers. Binnen de groep was veel kennis aanwezig over vogelsoorten zoals vliegende keuken deuren, wouwapen en IJsvogels. Elke bijzondere vogel noopte de stuur tot ``laten lopen” . Helaas ontbrak er binnen de groep inzicht ten aanzien van planten en struiken en de vele vissoorten welke de Donau bevolken.
Novi Sad en Belgrado waren de grote plaatsen welke wij mochten bezoeken. In beide plaatsen waren nog duidelijk de sporen aanwezig van het dramatische proces van de ontbinding van het voormalige Yougo Slavie bijna twintig jaar geleden. Zo stralend en gaaf Boedapest zich laat zien,zo verslonst en gedateerd ziet Belgrado eruit. Bij het Parlement en het ministerie van Defensie worden de NAVO bombardementen en de Kosovo afscheiding nog luid en duidelijk verbeeld.
Onder leiding en inspiratie van Jaap hebben wij ten volle kennis gemaakt met de Servische keuken. Forse hoeveelheden en grote stukken vlees of vis welke wij ternauwernood konden verwerken.
Niet alleen Rutger Jan is natuurlijk een oudere, wijze roeier. Ook Nico heeft deze status al bereikt. Nico vult het verhaal van Rutger Jan dan ook moeiteloos aan.
Nico Reus
In vervolg op Rutger Jan: In de 19e eeuw zijn Duitsers de Donau afgezakt; de zgn. “ Donau-Schwaben”. Ook toen waren er dus al economische vluchtelingen die zich in Hongarije en Servië langs de rivier vestigden. Ook nu zie je daar in dorpjes nog steeds duitse scholen. En de gasten in de hotelletjes blijken nog vaak verre zuidduitse en oostenrijkse familieleden te zijn. De servische keuken blijkt ook langs de Donau vooral een duitse keuken te zijn. Vooral varkensvlees en vis. Maar ook rundvlees en lamsvlees. Vaak (erg) pittig gemaakt met paprika en pepers. Denk aan paprikavissoep en steur als pittige paling. Te blussen met halve liters bier.
Amaranta sluit hieronder met nog een paar mooie woorden de Donaureis 2018 af.
Met haar bijdrage aan dit gezamenlijke verhaal laten we de bubbel langzaam leeglopen. Back to normal en op naar de volgende fase op weg naar het uiteindelijke doel: de delta van de Donau.
Amaranta Karssiens
Beograd stad aan de Sava
Beograd, de stad in het Oosten van Europa ligt op de heuvels aan de machtige rivier de Sava. Deze rivier stroomt 940 kilometer Oost Zuidoost vanuit Slovenië, door Zagreb, Kroatië, bij Beograd de Donau in en vormt vele kilometerslang de grens tussen Kroatië en Bosnië-Herzegovina. Ze wordt ook wel de Noordgrens van de Balkan genoemd.
Het einde van de 2 weken roeien hebben we bereikt en we meren halverwege de middag aan bij de roeivereniging “Galeb” bij het plaatsje Zenum, een voorstadje van Beograd. De stellingen met boten liggen op de kade aan de Donau. De torens van Beograd zien we even verderop.
Verzetten we ons tegen onze vermoeidheid aan het einde van de dag en stappen we toch nog de boot in om de Sava op te draaien en door Beograd te roeien? Met een heerlijke een sorbet met frambozen achter de kiezen is het antwoord “ja”.
We hebben geen kaart meer van de rivier dus Googlemaps wordt geraadpleegd om te kijken waar de roeivereniging Red Star aan de Sava ligt: stuurboord uit de Sava opdraaien en onder de 4e brug moet de roeivereniging liggen.
We stappen in en verzetten onze spieren. Daar wordt ineens veel van gevraagd: forse stroom en wind tegen op de Sava!Brug 1, 2, 3,…. Brug 4 blijkt een spoorburg…. Nog verder... De stuur tuurt en tuurt tussen alle pleziervaartuigen. Waar is hier een roeiverenging? Daar, ja daar, bakboord uit onder een brug. Sluip door kruip door leggen we aan na een uur stevige inspanning. Jaap staat klaar met champagne en we heffen het glas op twee weken elke dag roeien op de Donau.
Op naar de volgend jaar: roeien door de IJzeren Poort, de doorgang door de rotsen waar de Donau maar 135 meter breed is.…. En laat ik nu het laatste uurtje nog even allemaal blaren geroeid hebben…..